Gisteren was de persconferentie van Rutte. Hij kondigde versoepelingen aan van de corona-maatregelen. De kappers mogen open. Eindelijk. Ik ben blij voor heel veel mensen die weer kunnen gaan werken. Of zich kunnen gaan voorbereiden om te gaan werken. Maar met de kapper ben ik echt blij. En dat weet ze. Binnen een half uur krijg ik een berichtje wanneer ik wil komen. Vol enthousiasme zeg ik: wat jou het beste uitkomt. De afspraak staat.
Alhoewel alle kappers gesloten waren, was de plantsoenendienst van de gemeente flink aan het knippen. Achter ons huis werden bomen gesnoeid. Oh nee, geknipt. Uh… gekapt! Waarschijnlijk geveld door het coronavirus. Maar het gevolg is dat ik vanuit m’n tuin opeens alle weggebruikers recht in de ogen kijk. Toch ongewenst en binnen een half uur ben ik op internet op zoek naar een schutting. Met tuinhuisje. Met zitgedeelte en overkapping. Voor de BBQ. En de heater. Ideeën genoeg.
Ik snap dan iets van pensioenen, maar van een tuinhuisje bouwen heb ik geen verstand. Daarom zoek ik ook gelijk iemand die dat voor mij kan doen. Maar dat maakt een huisje wel duur. Ik moet er een paar nachtjes over slapen. Op bevrijdingsdag dient een oplossing zich aan: “als jij mij helpt met het bouwen van een veranda, help ik jou met het bouwen van een tuinhuis”. Dat durf ik wel aan. De afspraak staat.
Vanochtend kruip ik vol goede moed weer achter m’n computer. Er ligt genoeg werk. Eerst even m’n agenda blokken op het tijdstip dat ik naar de kapster mag. Mmm… daar staat al een afspraak. In mijn enthousiasme niet aan gedacht. Ik overdenk mijn opties. Ik moet iemand afzeggen. Zit zo niet in mijn aard. Want afspraak is afspraak. En de afspraak staat. Twee keer.
Ik slaap er nog een nachtje over. Over de afspraak. En over de afspraak. En over de afspraak. Het komt allemaal goed. Afgesproken. En ondertussen kan ik meer mensen blij maken met het nieuws dat de kappers weer open gaan. Mochten ze het niet gehoord hebben. Volgende week werk ik met een veel beter uitzicht :-).