23 maart 2020

Coronacake

De wekker gaat… in m’n hoofd. Want de echte wekker gaat pas over een uur. Na een kwartier wakker liggen stap ik m’n bed maar uit. Bij het ontbijt vraag ik mezelf af waarom ik zo vroeg wakker ben. Misschien ben ik dit weekend wel uitgerust. Geen feestjes of verjaardagen, geen bezoek, geen familie. Een beetje wandelen. En… een cake gebakken. Of eigenlijk twee…

Kneed 200 gram boter. Doe er 200 gram suiker bij. Dan vier eieren. En dan het halve pak cakemeel. Ik had bijna alles goed gelezen. Behalve halve. Dat woord was aan mijn aandacht ontsnapt. Dus ik verrijk mijn beslag met nog vier eieren. En 50 gram boter. Meer had ik niet meer. En voor de zekerheid vergeet ik de suiker. Wel genoeg beslag voor twee cakes. Vol trots app ik een collega die veel beter is in bakken dan ik. Heel veel beter.

Na het ontbijt kruip ik achter m’n computer. De oplettende lezer denkt nu: moet ie zich niet douchen? Klopt. Maar dat bewaar ik voor later in de ochtend. Ieder zo zijn gewoontes.

De hoeveelheid mail bevestigt hetgeen ik dit weekend vaker heb verteld tegen vrienden: iedereen past zich aan aan de nieuwe vorm van werken en het lijkt erop dat het elke dag drukker wordt! Terwijl thuiswerken altijd zo handig was om achterstanden weg te werken. Dat lijkt elke dag weer een uitdagingen zijn.

Aan het einde van de middag ben ik toch minder uitgerust dan ik vanmorgen dacht. De koek is op. Maar de cake nog niet! Ik besluit mijn halve voorraad aan m’n ouders te geven. Ik rijd even bij ze langs. Het is 5 minuten rijden. Onderweg bespreek ik aanpassingen in brieven die nog doorgevoerd moeten worden. 

Toch raar: bij je ouders langs gaan en toch 1,5 meter afstand houden. Toch was het even fijn om langs te gaan. Wetende dat al mijn collega’s op een veel grotere afstand zitten. Ik kan niet wachten om die ook weer te zien. Al zal ik daar nog even op moeten wachten, vrees ik. 

Zonder te proeven zijn mijn ouders dolblij met de cake.